De Chinese Geneeskunde en Acupunctuur hebben een geschiedenis van bij de vierduizend jaar achter zich. Ze kenden ook een grote diversificatie doorheen verschillende scholen en strekkingen. Zo is een gigantische hoeveelheid kennis vergaard, dankzij individuele ervaringen van talloze grootmeesters die telkens opnieuw een eigen belichting brachten van bepaalde aspecten van deze eeuwenoude geneeskunst. Vandaar dat nu elke acupuncturist naast zijn basisopleiding over een buitengewoon rijke verzameling van traditionele theorieën, praktische ervaringen en wijsheid beschikt, waaruit hij de kennis en inspiratie kan putten om zijn eigen weg te vinden, om te vorderen naar zijn eigen acupunctuur, die een reflectie wordt van zijn eigen ideaal en persoonlijkheid.
De Shen Nong Ben Cao (1) maakt onderscheid tussen drie niveaus van geneeskunde : de laagste, die van de aarde, geneest ziektes, de middelste klasse, die van de mens, voorkomt ziekte, terwijl de hoogste vorm, die van de hemel, “Bu Ming” wordt genoemd, wat betekent : “het voeden van de lotsbestemming”. Deze laatste methode streeft ernaar de mens terug in overeenstemming te brengen met zijn aangeboren natuur, met de individuele opdracht die hij bij de conceptie meekreeg. Bu Ming is de mens terug leren meevloeien met de natuurlijke stroming van het leven. “Wu wei” noemt men dat, het “niet handelen”, wat betekent : niets onnatuurlijks doen.
Al wat natuurlijk is gaat vanzelf : de natuur hoeft geen inspanningen te leveren om te groeien en te bloeien. Het is het afwijken van het natuurlijke plan, het niet naleven van zijn lotsbestemming, van zijn eigen natuur, dat de primaire oorzaak is van lijden. Ook de mens bezit van nature de tendens om open te bloeien, enkel de ideeën over zichzelf die hij heeft opgedaan staan hem daarvoor in de weg.
Bu Ming, of het terugvinden van de natuurlijke eigenheid, is dus de diepere dimensie in de Chinese geneeskunde en acupunctuur, welke afstamt van de Taoïstische filosofie, waarvan de wortels in het sjamanisme liggen. In de loop der eeuwen heeft ook in China de “medische vooruitgang” de scheiding veroorzaakt van het Taoïstisch filosofische aspect van het zuiver medische. De huidige TCM (Traditional Chinese Medicine) is het resultaat van deze “zuivering”, voor een groot deel onder invloed van het westen tijdens de laatste periode van het keizerschap, en extreem onder het Marxistisch materialistisch denkbeeld van Mao Ze Dong.
Tegenwoordig ziet men gelukkig de tendens heropleven, zowel in China als binnen de westerse opleidingen, om de oorspronkelijke filosofische medische tradities te herwaarderen (2).
Tijdens meer dan dertig jaar acupunctuurpraktijk ben ik alsmaar duidelijker gaan inzien dat alle chronische ziekten (en zelfs vele niet chronische) een belangrijke emotionele, psychologische en zelfs spirituele achtergrond hebben.
De Chinese geneeskunde is een van de eerste geneeswijzen die een precies mechanisme van psychosomatiek heeft neergezet. Spijtig genoeg wordt deze niet alleen dikwijls vrij simplistisch voorgesteld (zoals : woede is de emotie van de Lever, vreugde die van het Hart), maar bovendien geven te weinig acupuncturisten in hun praktijk de plaats die ze verdienen aan emoties, gevoelens en diepe overtuigingen, hoewel belangrijke Chinese medische teksten verkondigen : “emoties zijn de interne oorzaak van ziekten”. Meer nog, Shen, het bewustzijn, bepaalt de fysiologie of met andere woorden : mijn diepe overtuigingen beïnvloeden in belangrijke mate het functioneren van mijn lichaam.
Ook acupuncturisten hebben soms de neiging om hun therapie als een “quick fix” van de klacht te gebruiken en te vergeten om ook naar de wortel van het probleem te zoeken. Dat is dan des te spijtiger dat de Chinese geneeskunde juist ontwikkeld is vanuit dit veel bredere perspectief en ook de middelen biedt om die diepste oorzaak te benaderen.
Een van de belangrijkste acupunctuurteksten maant ons aan om “bij het prikken, aan de inworteling in de Shen niet voorbij te gaan” (Ling Shu, Hfdst 8).
[1] Een van de oude kruidenboeken uit de Chinese geneeskunde (toegeschreven aan de mythische keizer Shen Nong, maar in feite samengesteld in de 3de eeuw n.C.)
[2] Werken van onder meer Claude Larre & E. Rochat de la Vallée, Heiner Frühauf, Lonny Jarret, Jan Schroën.